Johannes Passion 2004

Eind maart 2004 werd de "Johannes Passion" van J.S. Bach uitgevoerd.

JOHANN SEBASTIAN BACH EN DE JOHANNES PASSION

Johann Sebastian Bach (1685-1750) heeft gedurende zijn Leipziger tijd drie, misschien vier passies gecomponeerd om op te voeren tijdens de vesperdienst op Goede Vrijdag. Twee ervan zijn bewaard gebleven en worden jaarlijks in talloze kerken en concertgebouwen opgevoerd. De Mattheus Passion is de bekendste en langste, maar de Johannes Passion is zeker zo mooi. Bach heeft het stuk verschillende keren bewerkt; de vierde versie wordt het meeste uitgevoerd, zo ook door het koor.

De Johannes Passion werd waarschijnlijk in 1724 voor de eerste keer ten gehore gebracht in de Thomaskirche in Leipzig. Bach verkoos de Thomaskirche boven de Nikolaikirche, omdat de akoestiek er beter was. Daarmee passeerde hij de Nikolaikirche, die dat jaar eigenlijk aan de beurt was; voor zo goed mogelijke omstandigheden bij de uitvoering had hij blijkbaar veel over. De opvoering van een passie vond plaats tijdens de vesper, kort voor twee uur ?s middags. Tussen het eerste en het tweede deel van de Passion kwam de preek. De gelovige, die al van zeven tot elf een dienst bijgewoond had, kwam nog enkele uren naar de kerk voor de vesperdienst.

De Johannes Passion (BWV 245) is aanmerkelijk korter dan de Mattheus en duurt ?slechts? anderhalf tot twee uur. In het beginchorus Herr, unser Herrscher wordt de toon gezet voor een meeslepend drama waarin lieflijke koralen (die de gemeente ooit meezong), aria?s (naar vrij gedichte teksten) en angstaanjagende verbeeldingen van het lijdensverhaal (Kreuzige ihn!) elkaar afwisselen. Als de koning dan dood is, worden gemeente en gebeente in slaap gewiegd (Ruht wohl, ihr heiligen Gebeine) om nog een keer op te veren bij een laatste smeek- en lofbede (Ach Herr, lass dein lieb? Engelein). Alles wordt door de Evangelist in recitatieven met elkaar verbonden.

Bach is geroemd om zijn koralen en cantates, maar heeft daarnaast veel andersoortige muziek gecomponeerd. Veel van zijn composities zijn te plaatsen in de context waarin ze zijn ontstaan: Bach is in veel verschillende plaatsen en functies werkzaam geweest. V??r ?eindstation? Leipzig was hij werkzaam als organist en cantor in Arnstadt en M?hlhausen, als concertmeester en organist in Weimar en als hofkapelmeester in K?then. Uit Bachs tijd in M?hlhausen stammen zijn eerste cantates, waarvan het koor er dit jaar ??n heeft uitgevoerd: ?Aus der Tiefe? (BWV 131). In Weimar schreef Bach 35 cantates en er kwamen veel van zijn grote orgelwerken tot stand, bijvoorbeeld de toccata en fuga in c (BWV 537) en de prelude en fuga in f (BWV 534). In K?then componeerde Bach geen kerkmuziek, maar stond hij aan het hoofd van een orkest van 18 man dat voor de vorst van K?then, een groot kunst- en muziekliefhebber, concerteerde. De vioolconcerten, de Brandenburgse concerten, de twee- en driestemmige Inventionen en een aantal wereldlijke cantates zijn voorbeelden van werken uit deze tijd. In Leipzig tenslotte, waar Bach werkte als ?Director Musices? van vier van de kerken in de stad, zijn o.a. de passies, het Weihnachtsoratorium, het Magnificat en de H-Moll-Messe, de Kunst der Fuge en het Musikalische Opfer ontstaan. Het leven van een musicus was in de achttiende eeuw geen vetpot; toen Bach in 1750 aan de gevolgen van een oogoperatie en een beroerte stierf, was er geen geld voor een grafsteen. Hij liet zijn vrouw en vier (ongetrouwde) kinderen en zijn muzikale nalatenschap achter. Hij had niet kunnen bevroeden dat er een paar eeuwen later mensen massa?s geld zouden uitgeven om een uitvoering van een van zijn grote werken te mogen bijwone