Op zaterdag 28 en zondag 29 mei 2005 gaf het 70 leden tellende Nijmeegs Studentenkoor Alphons Diepenbrock (NSKAD) een concert waarbij twee koorwerken in geestelijke sfeer werden uitgevoerd. Op het programma stonden: "Pri?re" van Ton de Leeuw en het "Requiem" van Maurice Duruflé.
De op Gregoriaanse gezangen gebaseerde dodenmis van Duruflé wordt vaak in één adem genoemd met het Requiem van Fauré. Het werk wordt gekenmerkt door eenzelfde optimisme. De dood is niet het einde, maar het stuk eindigt met het engelengezang aan de poorten van het paradijs.
Ton de Leeuw, die studeerde bij o.a. Olivier Messiaen, componeerde in een geheel eigen muzikale taal die nauwelijks navolging vond. Zijn stijl kreeg een heel persoonlijke signatuur door zijn onderzoek naar de relatie tussen Oosterse en Westerse muziek en zijn ontwikkeling van de verwijde modaliteit. Dat wil zeggen ordening van toon en binnen de modus van een kerktoonladder. Pri?re behoort tot zijn vroege werken.
Tijdens dit concert werden de drie wereldgodsdiensten samengebracht door de komst van een Joodse voorzanger en een Imam. Het Christendom werd door het Requiem van Duruflé vertegenwoordigd.
Het koor werd begeleid door het orgel (Cees van der Poel) en een speciaal voor deze gelegenheid samengesteld strijkersensemble. De solopartijen van het concert werden vertolkt door Rea Fueter en Martijn Cornet.